29-05-2009

Uit de oude doos


Krantenhel

Ik heb lang gedacht of ik deze rubriek zou moeten doortrekken, maar aangezien het volgende artikel ooit een keer uit die doos gehaald MOEST worden, doe ik het nu maar. De mooiste herpublicatiedatum was 1 september, maar dat is ver weg. 1 juni had ook gekund, maar dat is misschien niet praktisch. Omdat Mei nog geen artikel uit de oude doos had gehad, doe ik het nu maar.

Het artikel heet dus "De krantenhel" en is waarschijnlijk het leukste verhaal dat KC ooit heeft geschreven. Tot vandaag lag het te verstoffen onder een stapel jongere artikelen, maar nu krijgt het weer de status die het verdient:

De krantenhel

"Eej, je moet krantenlopen!" Schreeuwt een donkere man tegen me. Versuft open ik mijn ogen. Het eerste was ik zie zijn de rode ogen van de man, die tegen me schreeuwde. "Dddddd-it klopt niet" stamel ik. "Jawel!" snauwt de man me toe en hij duwt een grote stapel kranten in mijn handen. "Lucifer zal je wel laten zien, waar je moet zijn." Hij wenkt een kleine man, met carnavalshoorntjes op zijn hoofd. "Is het carnaval?" vraag ik me verbaasd af. Ik kan het me niet herinneren. Het laatste wat ik me kan herinneren is dat ik in het ziekenhuis lag en te horen kreeg dat ik terminale kanker had. Kanker in het laatste stadium. Lang zou ik niet meer te leven hebben. Maar waar ben ik nu?

"Waar ben ik?" vraag ik aan 'Lucifer.' De zin komt er piepend uit. "In de krantenhel" grijnst Lucifer. "Oh, het is een droom," denk ik opgelucht. Twee maanden geleden ben ik al gestopt met krantenlopen en daar ben ik maar al te blij mee. Het was echt een hel! De krantendistribiteur gaf heel vaak te weinig kranten, waardoor ik voor één huis geen krant had en dan gingen die mensen zeuren...

Nog volop in gedachten verzonken over mijn leven als krantenmeisje voelde ik ineens de ijskoude, glibberige hand om mijn nek. Die hand knelde mijn nek steeds meer, totdat ik bijna stikte. Toen voelde ik ineens de grond onder me wegzakken. We vlogen! Maar in plaats van huizen en bomen, zag ik hoge vlammen. De hoge vlammen raasden steeds sneller voorbij. We gingen steeds sneller en sneller. Op een gegeven moment stopten we hoog in de lucht. 

"Nou veel plezier nog hè", zei Lucifer. Het volgende moment viel ik met een harde bonk op de grond. "Auuuuu" schreeuwde ik! Het was zo heet. Het leek wel alsof ik op een vuur gesprongen was. "Dat doet pijn" dacht ik hardop. Oh, het is zeker je eerste keer, klein krantenmeisje' hoonde een stem. "Jjjja" zei ik angsitg. "Nou dan moet je maar beginnen" zei de stem, die nergens vandaan kwam. Want hoe goed ik ook keek nergens zag ik een wezen. "Maar waar zijn de huizen" vroeg ik, maar het volgende moment zag ik het al. Er waren hier huizen van vuur! Moet ik daarheen gaan? dacht ik angstig. Ik was altijd al bang geweest voor vuur. Ik haatte vuur. Maar ik moest er wel heen, besefte ik toen ik als het ware naar het vuurhuis werd getrokken. Het leek wel op een hand, die me bij mijn nekvel pakte en naar het heus sleurde. Bij het huis duwde ik een krant in de brievenbus, maar voordat ik de krant goed had aangeduwd werd ik alweer naar het volgende huis getrokken. "Dat zullen de abonnees niet zo fijn vinden" wist ik. Als ik bij regen de kranten niet goed doorduwde, werden ze nat en kreeg ik klagen; nu met dat vuur zouden de kranten gaan verkolen en zouden ze ook gaan klagen. Ik wist het en de gedachte eraan maakte me boos. Ik wilde helemaal geen klachten! Ik kon echter gewoon niet anders. Bij geen enkel huis lukte het me om de krant goed door te duwen. 

Ik werd naar een huis gesleurd, duwde een krant erin en werd al naar het volgende huis getrokken, voordat ik het eenmaal goed doorhad. Zo ging het huis, na huis en huis na huis. Bij tientallen huizen, nee misscien wel honderden huizen, duwde ik een krant in de bus. Het waren echt ontzettend veel huizen, maar het leek wel alsof de stapel kranten in mijn handen niet kleiner werd. "Hoeveel huizen moet ik nog?" vroeg ik paniekerig. Ik wilde zo snel mogelijk klaar zijn, want dan kon ik weer lekker gaan slapen in mijn mooie ziekenhuisbed. "Noooit! Noooit" lachte de stem. "Waarom niet?" vroeg ik bijna in tranen. "HAHAHAHA" lachte de stem steeds luider en luider. "Dit is de krantenhel!!" bulderde de stem op het laatst.

KC punt punt op 01-09 2007.

Gerelateerde artikelen:
Uit de oude doos; 25-03 2009

1 opmerking: